|
||||||||
|
Die laatste kunt u kennen -en u zou hem moéten kennen- van bands als Lunasa en Capercaillie of als bandlid bij Kate Rusby, Afro Celt Sound System of Sharon Shannon en als u helemaal “into the real thing” bent, heeft u hem aan het werk gezien bij de Transatlantic Sessions of Mark Knopfler. Of minstens zag u zijn naam in de kleine lettertjes van één van de ruim honderddertig platen waarop hij te gast was. Ook Donald Shaw heeft een verleden bij Capercailie, schrijft geregeld muziek voor TV en film en wordt daar keer op keer voor gelauwerd, heeft méér dan een vinger in de pap bij de Celtic Connections en wordt op tijd en stond gevraagd door andere artiesten om één en ander te komen inspelen op hun platen. Kris Drever is er een van, maar ook de multi-nationale folkband Imar huurde hem in, net als zangeres Ella Edmondson, om slechts die namen te vermelden. Met dat gouden duo en hun inbreng op een kwart van de zestien songs, gaat Abaji in vier, vijf verschillende talen op reis met uiteindelijk slechts één richtsnoer: bruggen bouwen tussen Oost en West, onderwijl alle door mensenhanden vastgelegde grenzen negerend, maar slechts geleid door de taal van de muziek. Dat levert een ronduit indrukwekkende plaat op, waarin blues, folk en andere wereldmuziekjes om elkaar heen dartelen en bij wijlen meer dan memorabelen momenten neerzetten. Je hoeft bij voorbeeld maar naar “Hilm n°2” te luisteren of naar “Bowin in the Wind” dat erop volgt. Twee totaal verschillende stijlen die, onder de meesterlijke handen van Abaji toch wonderwel blijken samen te gaan. Of neem het ruim acht minuten lange “Hot Desert to Cold Sea”, waarop Shaw en McGoldrick te horen zijn en de Celtic klanken feilloos integreren in de oud en gitaarlijnen en de Oriëntaalse percussie. Wonderlijk mooi, maar dat kun je eigenlijk van de hele plaat zeggen. Ik heb de fantastische zang van Abaji nog niet vermeld, al zou die op zich al voldoende kunnen zijn om vierklauwens naar uw platenboer te rennen en dit overheerlijke plaatje aan te schaffen. Dat en de vaststelling dat Abaji een nauwelijks te schatten aantal instrumenten gebruikt én daarbij ook nog eens he knappe tekeningen uit het CD-boekje gemaakt heeft. U moet me natuurlijk niet geloven, maar toch…dit is gegarandeerd één van de global-platen van het jaar. Mis ze vooral niet ! (Dani Heyvaert)
|